Het verhaal van De Kast is dat van een Friese band met een flinke dosis doorzettingsvermogen. Dat verhaal is nu gevangen in een boek: van Engelstalige covers tot een Friese klassieker.

Op eigen kracht: 30 jaar De Kast , heet het boek dat popjournalist Harry de Jong schreef, in nauwe samenwerking met de band. Maar het verhaal van De Kast begint nog wel even eerder dan 30 (of 34) jaar terug. Eerst was er de band met de onhandige naam P.S.A.D.S., naar de voorletters van de toenmalige leden – onder wie toen al de neven Peter en Syb van der Ploeg.

De band evolueerde naar Wish To Escape. Syb was nog Siepie, drummer Dickie Visser ging nog door het leven als Dijkie (maar die weetjes staan niet in dit boek). De band maakte een Engelstalig album, dat in 1990 uitkwam. Succes met deze eigen nummers bleef uit, zodat de band een dubbelleven ging leiden, als Goldrush: een coverband, voor feesten, partijen en discotheken, dat circuit.

Ze kozen voor een fulltime-bestaan, bouwden hun eigen oefenruimte en gingen ervoor. Al ging dat coverbandcircuit, die de band soms naar ‘louche bedrijven’ bracht, hen op het laatst wel tegenstaan. Vandaar: toch weer eigen repertoire, in het Nederlands weliswaar, en een nieuwe naam. Al bleven beide incarnaties nog een tijdje naast elkaar bestaan.

Maar dat was wel voorbij toen de grote doorbraak eenmaal een feit was, met de live-versie van In nije dei . Opgenomen in 1997 voor een pakweg 12.000-koppig publiek in het Abe Lenstra-stadion in Heerenveen, waaruit blijkt dat de band in Friesland al op een flinke aanhang kon rekenen. De Kast is dan ook een band naar Friese harten. Doorzetten, recht door zee, zo veel mogelijk op eigen kracht.

Dat is een van de aardige observaties in dit boek. In Nije Dei is zelfs in zekere zin bedoeld om dat weidse Friese gevoel te verklanken, vertelt toetsenman Kees Bode, die de muziek schreef – al had het in eerste instantie een tekst in onze andere rijkstaal, en de titel Over & Uit .

Omdat filmmaker Steven de Jong een nummer nodig had voor zijn speelfilm De gouden swipe , schreef bassist Sytse Broersma een tekst in het Fries. De inspiratie daarvoor was zijn zeer jong gestorven dochter Sjanne. Hij paste er destijds voor om die achtergrond in de publiciteit te brengen, maar moet wel toegeven dat hij zich wel eens ongemakkelijk voelde bij de grote vlucht die deze massaal meegezongen klassieker nam.

Bij zulk soort verhalen betaalt de opzet van dit boek zich wel uit. Harry de Jong sprak uitvoerig met de bandleden en direct betrokkenen, en dat levert interessante weetjes en inzichten op. De vader van Sytse Broersma vocht in het naoorlogse Nederlands-Indië, die van Peter van der Ploeg weigerde dat. Neef Syb, geboren in Dokkum, kon maar moeilijk aarden in De Westereen, en nam zich al vroeg voor om niet te worden als zijn werkloze, bier drinkende dorpsgenoten.

Drumcomputer

Drummer Dickie Visser verliet De Kast na debuutalbum Alles uit De Kast, niet alleen omdat hij de nieuwe, Nederlandstalige richting niet zo zag zitten, maar ook omdat hij op dat album niet eens te horen was. Producer Attie Bauw koos voor een drumcomputer, en de rest van de band liet het nog gebeuren ook.

In Nico Outhuijse vond de band een waardige vervanger, die heel goed in het groepsproces paste. Zo vormde De Kast ogenschijnlijk een gesloten front, dat het landelijke succes en de flink toegenomen drukte wel aankon.

Maar het werd allemaal te veel. Syb en Nico verlieten De Kast om hun eigen, Engelstalige rockband Spanner op te zetten, zonder veel succes. Het had te maken met de enorme druk en drukte, met de zelf opgezette platenmaatschappij Pro-Acts, met de zakelijke handel en wandel van manager Klaas de Jong en de slepende conflicten en rechtszaken waarin de band zodoende belandde.

Donkere kantjes

De Jong huppelt wel wat gemakkelijk over dit soort zaken heen. De rol van Klaas de Jong, die ook heel wat voor de carrière van de band heeft betekend, blijft onderbelicht. De auteur zet de schijnwerper evenmin op andere donkere kantjes – of moeten we zeggen: seks, drugs en rock-’n-roll? Sybs omgang met vrouwen en cocaïne wordt vluchtig genoemd, maar de keren dat hij in de gevangenis zat, waarvan de tweede (en laatste) keer ondanks de korte duur (een nacht) stevig in de publiciteit kwam, blijven ongenoemd.

Heerenveense Courant

Wat ook nogal gemakzuchtig aandoet is dat De Jong uitgebreid citeert uit eigen werk. Zijn talrijke stukken over De Kast in vooral de Heerenveense Courant worden integraal hergebruikt, waardoor de onjuiste indruk zou kunnen ontstaan dat hij de enige Friese journalist was die over De Kast schreef. Zijn eerste hier geciteerde stuk dateert trouwens pas uit 1997, en dat was in de Leeuwarder Courant wel anders.”